zondag 8 maart 2015

Klein maar fijn

Woutertje Pieterse 

Max Havelaar, wereldberoemd door het boek 'Max Havelaar', schreef in 1890 het boek 'Woutertje Pieterse'. Dit verhaal is net als 'Max Havelaar' en satire, dit maal op het bekrompen burgerdom van de Nederlandse maatschappij. 

De hoofdpersoon is Woutertje, een 15-jarige jongen. Hij is vooral heel dromerig, fijngevoelig en poëtisch. In dit verhaal, dat in verschillende episodes is uitgegeven, maakt hij verschillende dingen mee. Deze gebeurtenissen vormen hem zoals hij aan het einde van het verhaal is. Het is dan ook een ontwikkelingsroman, de eerste Nederlandse ontwikkelingsroman met een gecompliceerde kinderheld in de hoofdrol. 

De ontmoeting met Femke is naar mijn mening de belangrijkste uit het boek, omdat hij zich vanaf dit punt niet meer voor zichzelf wilt bewijzen, maar voor haar. Ook ontmoet Woutertje door haar Pater Jansen, de goedheid hemzelf. 

Wat Multatuli in dit boek liet zien paste perfect bij de literatuur van die tijd, namelijk laten zien hoe het wèl zou moeten in plaats van hoe het er aan toe ging. Door in de literatuur te vertellen hoe het zou moeten zouden de burgers door kunnen krijgen hoe goed het in de maatschappij zou kunnen zijn. Zoals eerder gezegd is dit boek een satire op het bekrompen burgerdom van de Nederlandse maatschappij. Multatuli laat zien hoe verschrikkelijk een omgeving zonder fantasie kan zijn voor een creatief kind. Het is al snel duidelijk dat Wouter een kunstenaar is, echter is dit niet wat van hem verwacht wordt. Kennis zou moeten worden betwijfeld en passie zou moeten worden aangeraden in de Nederlandse maatschappij.

Je zal je lot moeten accepteren

Eline Vere 

Eline Vere, een jonge willoze vrouw uit de goede kringen van Den Haag, weet niet meer wat ze met haar leven aan moet na de dood van haar ouders. Ze is zwaar ongelukkig en hoeft de hele dag door niets speciaals te doen, alles wat ze dan ook doet is op visite gaan, thee drinken en opera's bezoeken. Het voelt alsof haar leven geen nut heeft en alsof haar routine langzaam maar zeker haar einde gaat betekenen door verveling. 

Eline trouwt met Otto, omdat ze in eerste instantie denkt dat er dan wat te beleven valt voor haar. Na hun reis schrijft ze een brief dat het klaar is. Ze belandt weer in een van haar vele ongelukkige en wanhopige periode. Vervolgens krijgt ze ook nog ruzie met haar voogd Betsy. Eline raakt langzamerhand nog meet verveeld, depressief, ze eet niks maar, maar drinkt in tegenstelling heel veel. De  dokter komt tot de conclusie dat ze niet alleen een longafwijking heeft, maar ook een zenuwziekte waardoor ze veel hallucineert.  Ze begint mensen dan ook nog eens steeds minder te vertrouwen. In het kort gezegd gaat het bergafwaarts met het eens zo geliefde meisje uit Den Haag. 

Eline luistert naar niemand meer en verlangt erg naar de dood, maar tegelijkertijd is ze erg bang voor de dood waardoor ze geen zelfmoord durft te plegen. De dood overkomt haar wanneer ze per ongeluk teveel druppels morfine gebruikt...

Er spelen in dit verhaal nog veel meer personages een rol, hierdoor is het Couperus gelukt om een mooi, volledig beeld te creëren van de samenleving van Den Haag in het eind van de 19e eeuw. 

Eline Vere is een typisch karakter uit een naturalistische roman.
Ten eerste is de vorm erg naturalistisch, omdat het verhaal geschreven is door gebruik van veel lange zinnen en enorm veel bijvoeglijk naamwoorden voor gedetailleerde beschrijvingen.

'En hij voerde haar voort, herademend, herlevend, bezield als door een wedergeboorte, getroost door den tijd, die zijn smart had uitgewischt, die zijn levensvreugde scheen te kunnen doen herbloeien.'

Ten tweede heeft ook de inhoud veel kenmerken van het naturalisme. Het noodlot van Eline Vere is het grootste thema in het verhaal. Het zal Eline door haar erfelijke aanleg, milieu en opvoeding en de tijdsperiode waarin ze leeft nooit lukken om gelukkig te kunnen zijn. Het is haar lot niet gelukkig te zijn, daarom zal ze hier ook nooit in slagen. Ze weet jammer genoeg niet met deze gedachte om te gaan wat leidt tot veel psychische problemen, waar wij veel mee mee mogen lezen. Haar leven heeft dan ook een erg fatalistische afloop die perfect past bij haar personage, het is niet een dood waar ze voor gekozen heeft, maar een dood die haar overkomt en waar ze zich bij neer zou moeten leggen. Deze dood komt wel goed samen met haar gedachte aan het ontsnappen van het leven, haar verlangen naar de dood.

vrijdag 6 maart 2015

Kritiek van ver hiervandaan

Reize door het Aapenland


Het boek 'Reize door het Aapenland' is geschreven door Gerrit Paape onder het pseudoniem 'J. A. Schasz M. D.', dit betekent in het Duits 'scheet'. Paape schreef boeken over dat wat in zijn ogen minderwaardig is. Het boek kwam uit in het jaar 1788, de tijd van de Verlichting. In de Verlichting ontstond er een groter beeld van kennis, zelfontplooiing en zelfbewustzijn van de mens. De idealen werden alsmaar groter en mensen begonnen zich sterk te bemoeien met de maatschappij. Deze ontwikkelingen zijn goed terug te zien in de dominantste stroming van de Verlichting; imaginaire reisverhalen. 'Reize door het Aapenland' is dan ook een imaginair reisverhaal. De verschillende kenmerken van deze stroming, maar ook de ontwikkelingen in de maatschappij in de 18e eeuw zijn goed terug te zien in dit verhaal.

Ten eerste is er in een imaginair reisverhaal sprake van een personage die een fictieve reis maakt naar onbekende en vaak verzonnen gebieden en volken. In 'Reize door het Aapenland' gaat het over een man, de ik-persoon, die moet vluchten voor vrijwel iedereen uit het dorp naar een andere plek. Hij beland in het Aapenland waar hij te maken krijgt met de cultuur en vooral de wensen van de Apenmaatschappij. Het feit dat het over vreemde volkeren en in sommige gevallen verzonnen volkeren ging maakte het verhaal erg aantrekkelijk

Vervolgens is er in een imaginair reisverhaal altijd sprake van een diepere boodschap die te maken heeft met de Verlichting. Deze boodschap is tijdens het verhaal niet gelijk duidelijk, echter wanneer je je gaat verdiepen in de maatschappij van die tijd word deze meteen duidelijk. Er zijn waren twee idealen in deze tijd: Het verbeteren van de maatschappij en de vrijheid. Vooral het verbeteren van de maatschappij wordt behandelt in het verhaal. Het is namelijk een satire op de toen heersende maatschappij. Er waren twee groepen ontstaan in de maatschappij, de prinsgezinden en de patriotten. De tweede groep was het niet eens met de manier hoe de eerste groep het land verstuurde. Er ontstond een oorlog als gevolg van de verdeeldheid in de samenleving. In 'Reize door het Aapenland' heeft Paape zo'n zelfde soort situatie gecreëerd. De apen willen mens worden, zoals de mensen vrijheid willen. Er ontstaat door het meningsverschil tussen de Vijfianen, die hun staart willen afhakken om meer op de mens te lijken, en de Eenianen, die meer rationeel nadenken en zich van binnen meer willen ontwikkelen. Deze gebeurtenis leidt uiteindelijk tot een groot bloedbad, omdat alle Vijfianen toch besluiten hun staart eraf te hakken. Dit bloedbad, dat is ontstaan door een fout in de regering, is te vergelijken met de oorlog die is ontstaan is door een fout in de heersende macht van de mensenmaatschappij.
Verder speelt de vrijheid ook een grote rol in het verhaal. Door het bloedbad kunnen de apen zich realiseren dat het helemaal niet goed is om iedereen maar achterna te lopen, het kan heel fout aflopen. Het is de bedoeling dat iedereen zelf beslist van hij of zijn belangrijk vindt, in plaats van de geloven wat anderen zeggen. Dit leidde tot de gedachte dat het volk meer macht moest hebben en dus meer vrijheid.

De combinatie van het feit dat het een imaginair reisverhaal is en de diepgaandere boodschap die erin verhuld zit maakte dit boek vroeger erg populair. En dat is het nog steeds!

donderdag 5 maart 2015

Karel ende Elegast

Karel ende Elegast, een verhaal uit de vroege literatuur. Wie de schrijver is net zoals bij vele andere verhalen uit de Middeleeuwen een groot raadsel. Het verhaal is ontstaan in 1250 en behoort tot de Karelroman, een vorm van de ridderroman die zich in de kringen van Karel de Grote afspeelt. 

De Karelroman heeft enkele kenmerken die duidelijk terug te zien zijn in het verhaal van Karel ende Elegast:

Ten eerste  is het zo dat de mensen over een onvoorwaardelijke trouw aan de koning bezitten. Dit is goed te zien in het personage; Elegast. Elegast is verbannen door de koning uit zijn rijk. Toch toont de zwarte ridder trouw aan de koning terwijl ze samen op dievenpad zijn en Elegast niet eens weet dat hij te maken heeft met de koning die zich voordoet als ene Adelbrecht, oftewel: van adellijke geboorte.

Ten tweede is er nauwelijks eerbied voor de vrouw, dit betekent dat de Karelromans voorhoofs zijn. De mannen keken neer op hun vrouwen en op vrouwen in het algemeen. Eggeric van Eggermonde geeft in het verhaal van Karel ende Elegast een mooi voorbeeld van dit kenmerk. Hij luister ten eerste niet naar zijn vrouw. Vervolgens ontstaat er een ruzie en maakt Eggeric het nog bonter door zijn vrouw te slaan. Elegast heeft dit allemaal meegekregen en dat is ook waarom wij weten dat dit zich heeft afgespeeld in het verhaal, omdat het verhaal wordt verteld vanuit de hoofdpersoon, Karel de Grote. 

Ten derde komen er veel sprookjesmotieven voor in het verhaal. Karel krijgt op de avond voor de grote hofdag een boodschap van een engel dat hij uit stelen moet gaan. Op het eerste gezicht leek dit hem helemaal niet mogelijk, echter toen hij probeerde uit het kasteel te vluchten lag iedereen in een diepe slaap, een soort van magie zou je kunnen zeggen. Deze magie heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat Karel van tevoren wist over de snode plannen van zijn zwager, de magie heeft meegeholpen aan het feit dat hij niet vermoord werd. 

Ten vierde is er sprake van ruwe zeden in de Karelromans, en ook in dit verhaal. Het verhaal geeft een erg goed beeld naar hoe het er in die tijd aan toe ging. De goede maar ook zeker de minder goede handelingen. 

Ten slotte wordt de mannelijk kracht en forsheid zwaar benadrukt. Dit gebeurt vooral op het einde van het verhaal, Elegast gaat een duel aan met Eggeric om de dood. Het is een hevig gevecht, beide mannen staan er in het begin goed voor, beide hebben ze mooie wapens en sterke paarden. Toch slaagt Elegast erin om Eggeric te verslaan. Hij mag trouwen met Eggeric's vrouw, de zus van de koning, omdat hij vele malen zijn onvoorwaardelijke trouw aan Karel de Grote heeft bewezen. 

woensdag 4 maart 2015

Willem, die Madocke maecte

Reynaert de Vos

Willem, die Madocke schreef, heeft in de dertiende eeuw het verhaal van Reynaert de Vos vertaald van maar liefst 3469 versregels naar proza. Hierdoor is het voor ons tot op de dag van vandaag mogelijk om dit verhaal te lezen. Hier zijn we Willem natuurlijk erg dankbaar voor!

Het verhaal is geschreven toen de ridderliteratuur in volle bloei was. De vos spot met iedereen en alles die ook maar enigszins te maken heeft met de ridderwereld!

Vossen staan al zolang als we ons kunnen herinneren voor de sluwheid en slimheid met een neiging naar het achterbakse. Dit kan komen door het verhaal over Reynaert. Hij is een inwoner van het koninkrijk van koning Nobel, de leeuw. De leeuw staat voor de dominantie en vooral de trotsheid van de koning, echter gooit Reynaert constant roet in het eten van de koning. Hij heeft vele zonden op zijn naam staan door de vele streken die hij met de koning en de andere bosbewoners heeft uitgehaald.Bijna iedereen haat hem, alleen de das niet, Grimbeert, zijn oom. Al deze haat is
dan ook de reden dat hij zich gedeisd houdt op de hofdag van koning Nobel.

"Die hem beschuldich kent, ontsiet!" - Ken uw schuld en vrees met reden!

Er wordt besloten een rechtszaak aan te spannen tegen Reynaert, met Grimbeert als zijn advocaat. De vele beschuldigingen zijn zeker niet mis: diefstal, verkrachting, mishandeling, poging tot moord en een bewezen moord. Hoewel het Grimbeert lukt om vele beschuldigingen te ontkrachten wordt er besloten om een proces aan te spannen tegen Reanaert.

"Heere, waer Reynaert doot, het waer ons goet!" - Was Reynaert dood, dan hielp ons dat!

Reynaert heeft drie kansen om op de komen dagen, hij doet dit natuurlijk niet. Dit leidt tot de vogelvrij verklaring van Reynaert en alle vossen na hem, want alle vossen zijn hetzelfde. Niet alleen de koning maar ook zijn machtigste baronnen, Bruun de grote, maar domme beer en Ysegrin de schijnheilige wolf. Reynaert redt zich eruit met een van zijn vele listen en zijn lieg- en overtuigingstalent waar hij over bezit. Hij verteld over zijn vader die zelfmoord heeft gepleegd en een schat heeft verstopt op het moment voor zijn dood, dit is echter een list om te ontsnappen. Het verhaal is zo geraffineerd en gedetailleerd dat het wel waar moet zijn!

"Ic segghe hu oec ghewaerlike,                             Ik zeg u: in die wildernis
Dat somwijlen es een half jaer                              heeft zich het laatste halve jaar
Dat toten borne commet daer                               ten hoogte van dat beekje daar
No weder man no wijf,                                          nooit iemand, man of vrouw, vertoond;
No creature die hevet lijf,                                     geen levend wezen dat daar woont;
Sonder die hule entie scuvuut                               hooguit een roerdomp of een uil
Die daer nestelen in dat cruut,                             houdt zich tussen de struiken schuil                  
Of eenich ander coghelijn                                    of nog een vogeltje misschien
Dat erwaer gherne wilde zijn                               dat zich daar liever niet liet zien,
Ende daer bi avontuere lijdet.                              maar er bij toeval is beland.
Ende daer in leghet mijn scat ghehidet.               Daar ligt mijn schat, diep onder 't zand.
Verstaet wel, ditte es hu nutte!"                            Maak u die wetenschap ten nutte!

Op de een of andere manier heeft de lezer niet alleen begrip maar ook empathie voor de vos. De manier hoe Nobel zijn macht uit is onrechtvaardig, vooral uit eigen belang. Het is dan ook de wil om te overleven en de kennis die Reynaert bezit over de andere dieren die hem redden. De anderen worden het slachtoffer van hun eigen vraatzucht, hebzucht en ijdelheid.