maandag 2 juni 2014

Harry Mulisch - De Aanslag

De Aanslag, geschreven door Harry Mulisch, is een erg aangrijpend boek over een jongen genaamd Anton. Je beleeft zijn verhaal van de Tweede Wereldoorlog en de manier hoe hij het probeerde te verwerken.
Anton is nog maar een jongetje tijdens de oorlog. Op een avond wanneer er zes harde schoten klinken ziet de familie van Anton dat Fake Ploeg, een nazi, van zijn fiets af is geschoten voor het huis van de familie Korteweg. Meneer Korteweg kom direct de straat op om het lichaam van hun deur te verplaatsen naar de deur van Anton. Korte tijd later is het huis van Anton afgebrand, is zijn broer vermist en wordt Anton meegenomen. Anton wordt naar zijn cel gebracht waar hij samen zit met een vrouw waarvan hij tot nu toe de naam nog niet weet, maar wie nog lange tijd in zijn gedachtes zal blijven. Later komt hij erachter dat ze Truus heet.
De oom en tante van Anton zorgen na zijn vrijlating voor hem. Anton woont nu in Amsterdam en heeft besloten het verleden totaal achter zich te laten. Hij wil niets meer met Haarlem of de mensen uit zijn verleden te maken hebben.
Na enige tijd begint zijn verleden hem te achtervolgen, er zijn nog zoveel vragen en onopgeloste draden in het verhaal. Anton moet zijn verleden onder ogen zien en beginnen met het verwerken van de vreselijke gebeurtenissen die hij mee moest maken in de oorlog. 
 
Harry Mulisch is waarschijnlijk een van de bekendste Nederlandse schrijvers. Hij is een naoorlogse schrijver. Mulisch is geboren in 1927 te Haarlem, hij is opgegroeid tijdens de Tweede Wereldoorlog met een Joodse moeder en een collaborateur als vader. Een bekende uitspraak van Mulisch is dan ook: 'Ik bèn de Tweede Wereldoorlog.' De oorlog speelt dan ook een grote rol in zijn boeken.
Niet alleen de oorlog maar ook het fantastische en magische is kenmerkend voor Mulisch. Hij noemt zichzelf ook wel een alchemistische schrijver doordat hij niet het hedendaagse leven uit wil beelden maar hij het net allemaal wat specialer wil maken.

Mulisch is niet alleen bekend van zijn aangrijpende boeken, maar ook door zijn essay, toneelstukken, dichtbundels, reportages en filosofische werken. Hij heeft hiermee ook meerdere Nederlandse literatuurprijzen gewonnen. Een aantal van zijn beroemde werken zijn: Het stenen bruidsbed (1959), De zaak 40/61 (1962), Twee vrouwen (1975), De aanslag (1982), De procedure (1998) en Siegfried (2001)

Brief van een personage naar de hoofdpersoon en vice versa:

Lieve Anton,


Je weet niet hoe ik heet en hoe ik eruit zie, maar toch heb ik het idee dat ik jou heel goed ken. Ik zal me nu dan maar even voorstellen. Ik ben Truus, Truus Coster.

De reden dat ik het je nu pas vertel is dat ik niet wilde dat je zou weten hoe ik heette of wie ik was, maar ik heb me bedacht. Ik wil dat je dit weet voordat het voor mij onmogelijk wordt om aan je uit te leggen, als je begrijpt wat ik bedoel. Daarom zal ik het je helemaal uitleggen. Jij belandde in de cel, mede door mij. Ik en een vriend wilden een aanslag plegen,op Fake Ploeg. Hij heeft mij geraakt, maar tegelijkertijd heeft die vriend van me hem geschoten. Hij lag voor de deur van jouw buren en die hebben hem dus voor jouw deur gelegd. het spijt me, ik had ook niet gewild dat het zo was gelopen.

Ik had je dit veel eerder moeten vertellen, dat had ik ook graag gewild. Ik durfde het alleen niet. Ik was bang dat je voor de rest van je leven niemand meer zou kunnen vertrouwen.

Ik wou je verder nog zeggen dat ik het erg fijn vond als gezelschap in de cel die ene nacht. Het spijt me ook dat we geen gedag hebben kunnen zeggen en je nu waarschijnlijk een heel raar beeld van me hebt.
Ik wens je al het geluk in de wereld lieve jongen.


Liefs van mij,

Truus 

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Lieve Truus,


Ik ontving je brief van mijn oom een lange tijd geleden. Als eerste wil ik je laten weten dat ik je heb vergeven heb. Ik heb er in de loop der jaren veel respect voor gekregen dat je me nog geschreven hebt.

We leven ondertussen in 1966, ik had eerder willen reageren, maar was er nog niet klaar voor. Ik heb lang de tijd nodig gehad om überhaupt terug te denken aan die vreselijke tijd. Ik dacht dat ik het achter me kon laten door er niet langer aan te denken en verder te gaan met mijn leven. Dat bleek dus niet zo te zijn. Het verleden bleef me achtervolgen en moest het dus ook onder ogen komen. Dat is dan ook de hoofdreden voor deze brief, ik wil de Tweede Wereldoorlog nu voorgoed achter me laten en dan zal ik ook mijn verhaal met jou afgesloten moeten worden.

Ik heb ondertussen veel geluk gevonden in mijn leven. Ik ben getrouwd met de mooiste vrouw van de wereld en heb een dochtertje waar ik heel blij mee ben. Ik heb nog wel wat grappigs wat je misschien wel zou willen weten. Toen ik mijn huidige vrouw Saskia ontmoette moest ik denken aan jou, ik dacht dat ik haar herkende in hoe jij tegen mij was.

Vaarwel lieve Truus. Ik hoop je ooit nog eens  te zien in het hiernamaals.


Liefs,
Anton